zoeken
knop: zoek
Home/

`De beker niet leegdrinken tot de laatste druppel`

plaatje: bulletStichting Vrijwillig Leven wil zelfgekozen levenseinde

Door Susan Smit

Voor mensen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden zijn er beperkte mogelijkheden om via hun arts euthanatica te krijgen. Mensen die op andere, weloverwogen gronden zelfstandig het leven willen verlaten, hebben geen toegang tot deze geschikte middelen. Stichting Vrijwillig Leven streeft naar een wetswijziging waarbij mensen hun levenseinde in eigen hand kunnen nemen en waarbij hulp hierbij niet langer strafbaar is. De Raad van Advies van de stichting telt verschillende `grote namen`, waaronder H. Drion (oud vice-president van de Hoge Raad), prof. dr. Heleen Dupuis, (oud voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Vrijwillige Euthanasie), J.F. Glastra Van Loon (oud- staatssecretaris van Justitie) en actrice Mary Dresselhuis. Een gesprek met voorzitter Ir. Gerard Schellekens en publiciste Merel Laseur, evenals haar moeder lid van de Raad van Advies.
Met het pleidooi van H. Drion, oud vice-president van de Hoge Raad, eind 1991 om voor oudere mensen een middel beschikbaar te stellen waarmee ze hun eigen dood op een humane manier kunnen realiseren - populair de pil van Drion genoemd - kwam de discussie op gang. De media brachten veel ethische en praktische bezwaren naar voren. Bezwaren die op 23 oktober 1996, bij de oprichting van de Stichting Vrijwillig Leven, opnieuw werden geuit. Mensen zouden te snel naar de beschikbare middelen grijpen, er zou sprake zijn van een `hellend vlak`, waarbij het aantal zelfdodingen drastisch zou toenemen. Onze beschaving zou uiteindelijk in de kern worden aangetast. Ir. Gerard Schellekens, voorzitter van de Stichting Vrijwillig Leven (SVL), denkt daar anders over: "De kritiek die op ons voorstel geuit wordt, berust vaak op misverstanden of gebrekkige informatie. Veel mensen gaan ervan uit dat wij iedereen zomaar dodelijke middelen zouden willen verstrekken. Dat is een karikatuur van waar wij voor staan. Maar als je van die verkeerde veronderstelling uitgaat, kan ik me voorstellen dat mensen zich zorgen maken over mogelijk misbruik van de middelen. Waar ik me minder mee kan identificeren, is de gedachte dat er bij een wettelijke regeling een sociale dwang zou ontstaan om er in bepaalde gevallen gebruik van te maken. Die denkwijze vind ik hoogst merkwaardig: na de legalisering van abortus voelden zwangere vrouwen zich toch ook niet verplicht om hun ongeboren kind te aborteren? Wij streven naar een wettelijke erkenning van een recht op het zelfgekozen levenseinde en op het verkrijgen van de middelen om dat op een humane manier te realiseren."

Merel Laseur, publiciste en sinds 1996 lid van de Adviesraad van de SVL, voorziet nog een aantal jaren `strijd` voordat deze wetswijziging een feit zal zijn. "Het zal absoluut niet binnen de kortste keren geregeld zijn, daarvoor zijn er nog teveel tegenstanders. Maar het is niet erg dat dit op verzet stuit, daar word je als vereniging alleen maar sterker van. Kritiek dwingt je na te denken over je standpunt en je argumenten helder te formuleren. Een paar jaar terug waren mensen nog hevig verontwaardigd over de abortuswet en de euthanasieregeling, en nu volgt de rest van de wereld ons in die beslissingen. Ik ben ervan overtuigd dat dat met dit vraagstuk ook zo zal geschieden. Binnen een aantal jaren is dit geheel aanvaard, wat niet betekent dat er over zaken van leven en dood licht zal worden gedacht. Beslissingen van die aard moeten altijd met veel zorg worden omgeven."

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
"Na de legalisering van abortus voelden zwangere vrouwen zich toch ook niet verplicht om hun ongeboren kind te aborteren?"

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De leden van de SVL hebben een onwankelbaar geloof in het zelfbeschikkingsrecht van de mens. Een recht dat zich uitstrekt tot de dood. Schellekens: "Op dit moment is het zo, dat alleen artsen gerechtigd zijn tot het verstrekken van euthanatica aan derden. Dit houdt in dat artsen moeten beslissen of iemand hiervoor in aanmerking komt en dat artsen de verantwoordelijkheid dragen voor de juistheid van deze beslissing. Het is voor ons onaanvaardbaar dat iemand anders beslist of een persoon al dan niet terecht het leven wil verlaten. Dat is in strijd met het zelfbeschikkingsrecht. Ons hele volwassen leven worden we als wilsbekwaam aangemerkt, worden we in staat geacht allerlei besluiten over ons eigen leven te nemen. We hebben zelfs een wet waarbij de patiënt de arts toestemming moet geven om over te gaan tot een eventuele behandeling. Maar op het moment dat iemand uit het leven wil stappen, twijfelt de samenleving aan de wilsbekwaamheid van die persoon. Dat bestrijden wij: de wil van het individu moet gerespecteerd worden, er is geen reden om deze mensen middelen te onthouden. Bovendien legt de situatie zoals die nu is een grote last op anderen. Beslissingen van leven en dood kun je niet afschuiven op anderen. De persoon moet zelf verantwoordelijkheid nemen, zelf de keuze maken."

De voorwaarden die de overheid stelt aan het gedogen van euthanasie (er moet sprake zijn van een uitzichtloze situatie, ondraaglijk lijden, een vrijwillige beslissing en een duurzaam verlangen) worden in ruime zin gedeeld door de SVL. Laseur: "Uitzichtloos lijden hoeft niet zichtbaar te zijn voor anderen. En het hoeft in onze opvatting al helemaal niet te betekenen dat je ligt te creperen van de pijn. Lijden betekent voor iedereen iets anders. Bovendien is het niet aan de samenleving om te beslissen of iemand lijdt of niet lijdt. Maar het is vanzelfsprekend dat er, ook wat ons betreft, sprake moet zijn van een vrijwillige beslissing en een duurzaam verlangen. Het gaat niet aan om middelen te verstrekken aan iemand die net de bons heeft gehad van zijn vriendin en zich in een tijdelijke depressie bevindt. Maar als iemand vindt dat zijn of haar leven voltooid is, daar langdurig over gesproken heeft met familie en huisarts en een wilsverklaring heeft opgesteld, vinden wij dat dit weloverwogen besluit gerespecteerd moet worden. Sommige mensen vinden dat ondraaglijk lijden bij het leven hoort en in zekere zin is dat ook wel zo. Misschien kan lijden, als het nog een doel heeft, zinvol zijn. Maar om nu te zeggen dat ik vind dat de beker met `pijn die bij het leven hoort` tot de laatste druppel leeggedronken moet worden, nee."

Schellekens maakt vanaf 1976 deel uit van de Nederlandse Vereniging van Vrijwillige Euthanasie en kwam als lid van de ledenondersteuningsdienst regelmatig in contact met mensen die hem om hulp vroegen bij de beëindiging van hun leven. Schellekens: "Als iemand je op die manier om hulp vraagt, kun je die persoon alleen adviseren en eventueel begeleiden. Praktische hulp kun je niet bieden, anders pleeg je een strafbaar feit en loop je de kans op strafrechtelijke vervolging. Het is heel wrang, want eigenlijk zeg je op zo`n moment: `zoek het maar uit, ik kan je niet helpen`. Je stuurt iemand het bos in en loopt de kans dat diegene zijn toevlucht zoekt tot gewelddadige methoden van zelfdoding zoals het springen voor een trein of van een flatgebouw. Dat is niet alleen vreselijk voor de persoon zelf, maar ook voor de nabestaanden."

Ook bij zijn werkzaamheden voor de SVL moet hij regelmatig wanhopige mensen teleurstellen in hun behoefte aan hulp. "Mensen horen van onze inspanningen voor deze zaak en concluderen dat wij hen kunnen helpen. Maar wij constateren nu juist dat de mogelijkheden er niet zijn, en willen deze mogelijkheden scheppen."

Het is het voornemen van de SVL om binnen afzienbare tijd met een nota te komen die de aanzet zou moeten zijn tot een wetswijziging. Ruim een jaar na oprichting is de stichting nog druk bezig met het kenbaar maken van haar bestaan en het bespreekbaar maken van het onderwerp. Schellekens: "Voordat je een nota gaat aanbieden aan de Kamer, is het belangrijk dat je een draagvlak hebt opgebouwd. De mensen moeten kennis hebben van het bestaan van de stichting en haar doelstellingen en een gedeelte van de bevolking moet haar steunen. Via enquêtes weten we dat de bevolking vindt dat er een duidelijke wet moet komen met betrekking tot deze problematiek. Er gebeurt nu van alles wat niet mag, dat wordt soms gedoogd en soms niet. Deze gang van zaken is voor de artsen en alle andere betrokkenen niet prettig. Wij zijn vooralsnog bezig met het uitdragen van onze doelstellingen en het werven van donateurs. Dit gebeurt met het verspreiden van brochures in wachtkamers, het organiseren van discussie-avonden en het informeren van politieke partijen en hun wetenschappelijke bureaus."

-----------------------------------------------------------------------------------------------------
"Om nu te zeggen dat de beker met `pijn die bij het leven hoort` tot de laatste druppel leeggedronken moet worden, nee."
-----------------------------------------------------------------------------------------------------

Op 21 maart jongstleden hield de SVL een symposium in Cultureel Centrum De Balie in Amsterdam. Er werd een discussienota gepresenteerd met de kwintessens van wat er de afgelopen maanden binnen de stichting is besproken. De inhoud van de discussienota die op 21 maart werd aangeboden, is voorzichtig opgesteld en zorgvuldig geformuleerd. In een delicate kwestie als deze moet elk woord op een goudschaaltje worden gewogen. "Het blijkt vaak moeilijk om begrip op te brengen voor mensen die weloverwogen naar de dood verlangen," zegt Schellekens. "Het is nog altijd een taboe, zodat mensen met een gefundeerd verlangen naar de dood gemakkelijk geïsoleerd kunnen raken. Ook blijkt het vaak moeilijk voor de familieleden om onzelfzuchtige liefde op te brengen voor hun naaste. Te vaak zijn ze op zichzelf gericht, willen hun geliefde niet kwijt. Terwijl de ware, onzelfzuchtige liefde betekent dat je het verlangen naar de dood van je vader, moeder of echtgenoot respecteert. Als mensen na rijp beraad tot de overtuiging komen dat zij op een zelf te bepalen moment op een waardige manier willen sterven, zouden wij daar begrip voor moeten opbrengen. Doen wij dat niet, beschermen wij hun leven tegen hun uitdrukkelijke wil, dan komt dat in de praktijk neer op een dwang om te leven."

Merel Laseur voelt zich, net als haar moeder Mary Dresselhuys betrokken bij deze problematiek uit `menselijke overwegingen`. Laseur: "Ik ben ervan overtuigd, met mijn psychologie van de koude grond, dat iemand die een einde aan zijn leven wil maken, op het moment dat de mogelijkheid heel simpel aanwezig is, geneigd is het uit te stellen. Er is geen paniek meer, geen angst. Veel mensen zouden een grote rust over zich krijgen omdat ze weten dat ze niet afhankelijk zijn van de opvatting van een arts. Ze kunnen de beslissing in alle rust nemen op het moment dat ze er klaar voor zijn. Het is ongelofelijk belangrijk voor je levensvreugde in een latere periode in je leven als je je geen zorgen hoeft te maken over je laatste dagen. Het zal niet iedere ochtend bij het opstaan je stemming bepalen, maar het is wel verdomde essentieel dat je weet dat de mogelijkheid bestaat."

Dit artikel verscheen eerder in Doodgewoon, # 16, lente 1998. ©

Tekst Susan Smit / Doodgewoon
E-mail redactie@dood.nl