zoeken
knop: zoek
Home/

plaatje: T E A M W O R K

T E A M W O R K

plaatje: bulletEen dag in een Gronings crematorium

Door Peter Baeyens

Anneke Pier is algemeen assistent in crematorium Groningen. Peter Baeyens loopt en dag met haar mee en doet verslag.
Crematorium Groningen ligt aan een vijver in een park van twee hectare. De noordelijke ringweg rondom de `Stad` scheidt de buitenwijk Paddepoel van dit park. Het crematorium, zo vertelt adjunct-directeur Eric Krohne, is geopend in juni 1962. Er zijn hier twee aula`s. De kleine, de meest intieme, biedt zitplaats aan 55 personen, die voor het afscheid in driekwartcirkel kunnen plaatsnemen rondom de opgebaarde overledene. De grote aula, die nog het meeste weg heeft van een kerk, biedt, met 190 zitplaatsen, ruimte aan maximaal vijfhonderd aanwezigen. Veel ramen rondom, met name in de ontvangst- en condoleanceruimtes. Op die manier is het voor familieleden en genodigden altijd mogelijk met een blik naar buiten even een rustpunt te vinden in de fraaie tuin of bij de vijver. De plechtigheden worden gehouden van half negen `s ochtends tot zeven uur `s avonds, van maandag tot en met zaterdag. `s Avonds kan ook, op afspraak. De lange werkdag begint natuurlijk nog wat vroeger en eindigt nog iets later. De rigide crematie-wetgeving in Duitsland, zorgt voor de nodige belangstelling van net over de grens. Cremeren binnen de context van een niet-europese cultuur, bijvoorbeeld de hindoestaanse, komt ook voor, zij het sporadisch.

Anneke Pier (36), moeder van Mark (5) en Vincent (1), is een van de vijf algemene assistenten, verbonden aan het crematorium. In totaal werken hier 24 personen. Zij zal `Doodgewoon` gezelschap houden tijdens deze vrijdag. Anneke leidt ons rond in het gebouw en ook in het park. De zonnige, zachte voorjaarsochtend geeft de tuin een vredige lieflijkheid. Tijdens deze wandeling legt ze uit, dat de algemene assistenten in een roulerend rooster op toerbeurt de verschillende dagtaken voor hun rekening nemen. Vroeger was dat anders. Was je aulamedewerker dan was dat wat je deed. Niks anders. Eens een ovenist, altijd een ovenist. Enkele jaren geleden is dat veranderd, om wat meer variatie in het werk te brengen.

--------------------------------------------------------------------------------
Vroeger was dat anders. Eens een ovenist, altijd een ovenist
--------------------------------------------------------------------------------

Maar al te lang kunnen we niet verblijven tussen de columbaria en de losse urnengraven. Vandaag is Anneke aulamedewerker en het belooft een drukke dag te worden. Van de vroege morgen tot het einde van de middag zijn er, zonder onderbreking, crematies voorzien.

We gaan naar de kleine aula. De overledene is al opgebaard op de katafalk. Anneke schikt de bloemstukken en kransen. Dan opent ze het hoofdeinde van de kist, zodat de familie, als men dat wil, afscheid kan nemen. Er wordt kort nog even overlegd met de medewerker van de uitvaartonderneming over de manier waarop de plechtigheid zal verlopen. Daarna nodigt ze de nabestaanden uit om vanuit de ontvangstruimte naar de aula te komen.

Tijdens de plechtigheid is Anneke`s aandacht voortdurend gericht op het goede verloop van het programma; het nogal strakke tijdschema moet nauwgezet in de gaten gehouden worden. Zij heeft plaatsgenomen vlak naast de ingang van de aula, achter en schuin achter de familieleden en genodigden. Vanaf die positie heeft zij gemakkelijk oogcontact met de uitvaartmedewerker, die de ceremonie leidt. Binnen haar handbereik, in de wand, bevindt zich een knoppenpaneel, bestaande uit twee helften. Op de knoppen in de ene helft staat met eenvoudige, duidelijke symbolen aangegeven waarvoor ze dienen: eerste muziekstuk, tweede muziekstuk, katafalk met kist verlaat de aula, enzovoort. De andere helft bestaat uit een soort cijfertoetsenbord. Hiermee kunnen codes naar andere plaatsen in het crematorium gestuurd worden, de catering, bijvoorbeeld.

Het werk dat in een crematorium gedaan wordt is in de kern van de zaak toch vooral opruimen. Als de familie en de overige aanwezigen zich naar de condoleanceruimte begeven hebben, keert Anneke terug naar de kist. Ze haalt de kransen en bloemstukken er af. Van de familiestukken stelt ze een boeketje samen. Bij het afscheid wordt dat aan de familie meegegeven. De rest verzamelt ze op een trailer in een tussenruimte, die, naarmate de dag verstrijkt, voller en voller met bloemen raakt en uitbundig naar de lente geurt. Vervolgens draagt ze de overledene over aan Ferry, die vandaag de ovenist van dienst is. Hij laadt de kist over op een `lorrie` en rijdt hem naar de oven.

Nu is er voor de aulamedewerker gelegenheid zich enkele ogenblikken terug te trekken in de muziekkamer. Deze controleruimte functioneert min of meer als het hoofdkwartier van de algemene assistenten. Ze kunnen hier, terwijl ze de gang van zaken in de beide aula`s via de microfoon kunnen blijven volgen, even ontspannen, iets eten of drinken en wat met elkaar uitwisselen. Daarbij valt de goedgestemde, collegiale onderlinge solidariteit op. Er wordt wat gebabbeld over alledaagse dingen, er is wat commentaar op de muziek, er worden grappen gemaakt over de honorering van al dat werk. Dit is soms ook de gelegenheid om de taken nog eens te herverdelen. Zo nu en dan jaagt men elkaar een beetje op de kast, een goedmoedige vorm van afreageren. Het is hier dat de collega`s bij elkaar de steun vinden, die nodig is om een lange dag te midden van het verdriet van rouwende nabestaanden goed door te komen.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vaak zijn het de onverbiddelijke tophits, `From the time we said goodbye` van Vera Lynn, `Ave Verum` van Mozart, en vanzelfsprekend `Waarheen, waarvoor` van Mieke Telkamp
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

In deze studio is een lange wand, die verdeeld is in twee compartimenten: grote aula en kleine aula. Aan de plank die de beide delen scheidt hangt de dagorde, een chronologische lijst van de uitvaarten, die vandaag op het programma staan, met wat nadere details over wie de ceremonie zal leiden, welke muziek gevraagd is, en zo meer. Hier worden ook opnamen gemaakt, een op band en een op minidisc, van elke plechtigheid. Ten behoeve van de nabestaanden, als die dat graag willen.

Maar veel tijd te verliezen is er niet. Er staat alweer een begrafenisauto voor de deur. Anneke is druk bezig de muziek voor die volgende uitvaart voor te bereiden. Dat is een secuur werk. Er mag bij de muziekverzorging, dikwijls met grote zorgvuldigheid door de nabestaanden zelf uitgekozen, werkelijk niets mis gaan. Vaak zijn het de onverbiddelijke tophits, `From the time we said goodbye` van Vera Lynn, `Ave Verum` van Mozart, vanzelfsprekend `Waarheen, waarvoor` van Mieke Telkamp. In deze tijd van het jaar natuurlijk ook veel passiemuziek. Buitengewoon geliefd is hier Ede Staal, de veel te vroeg gestorven Groningse minstreel. Ook de muziek van het Fries Blazersorkest wordt vaak gevraagd. Friesland is hier immers vlak om de hoek.

Druk is het inderdaad, vandaag. De ene na de andere uitvaart dient zich aan. Het programma loopt een beetje uit, er dreigt wat achterstand te ontstaan. De medewerkers kunnen de toegang tot het crematorium in de gaten houden op een beeldscherm in de muziekkamer. Zodra er zich een nieuw gezelschap aandient, schiet onze ploeg in actie. Opvallend hoezeer iedere plechtigheid haar eigen stijl, haar eigen toon heeft. Bij elke uitvaart is de sfeer zeer persoonlijk bepaald. Nu eens sober en ingetogen, dan weer notabel en aanwezig. Het gebruik van de streektaal onderstreept soms de couleur locale, de verwonderde ogen van de aanwezige kinderen benadrukken op aangrijpende wijze het persoonlijke karakter van de plechtigheid.

Pas in het midden van de middag valt er een klein gaatje in het tot dan toe rigoureuze tijdschema. Anneke maakt daar dankbaar gebruik van om even te ontspannen, in de kantine wat te drinken en een saucijzenbroodje te eten. Ze legt uit dat haar rol die van aulamedewerker is, niet die van gastvrouw. De gastheer of -vrouw bij de plechtigheid is de medewerker van de uitvaartonderneming. De aulamedewerker houdt zich vooral bezig met procesbewaking. "Je hebt zelf kunnen zien, hoe belangrijk dat is op een drukke dag, zoals vandaag," merkt ze op. "Je moet natuurlijk de familieleden en andere genodigden met gepaste pi?eit bejegenen, maar het is wel goed, dat je je een beetje afschermt voor het verdriet van de nabestaanden. Anders kun je je eigen rol niet goed spelen. Het feit, dat je daarbij kunt terugvallen op de steun van je collega`s helpt daar trouwens wel enorm bij."

----------------------------------------------------------------------------------------------------
Uitvaartondernemer Blink groeit in zijn rol als ceremoniemeester van de plechtigheid
----------------------------------------------------------------------------------------------------

De laatste plechtigheid, die Anneke vandaag voor haar rekening moet nemen, is meteen de grootste. Een talrijke familie en een menigte genodigden komen afscheid nemen van een overledene die zeer gezien was in de plaatselijke gemeenschap. Voor deze gelegenheid is de grote aula afgehuurd. Bovendien heeft de familie het dubbele van de standaard tijdsduur gereserveerd. De plechtigheid zal dus een vol uur duren. Hierdoor ontstaat er ruimte voor meerdere toespraken en een viertal muzikale intermezzi. De familie heeft een eclectisch muziekprogramma samengesteld: eerst het largo uit `de Winter` van Vivaldi, daarna `Ganz Erbarmen, Gnad und Liebe, Bist du Mittler, G?eslamm` van Haydn, vervolgens `Kommt Ihr T?hter, helft mir klagen`, het openingskoor uit de Matth?s Passion en tenslotte `Ave Verum` van Mozart.

De heer Blink, die al voor de plechtigheid geen geheim maakte van zijn voorliefde voor de `Grote Muziek` en met name Johann Sebastian Bach, vertegenwoordigt hier de uitvaartonderneming. Hij groeit dan ook in zijn rol als ceremoniemeester van deze plechtigheid. Deze heeft heel sterk het karakter van een kerkdienst. Ongetwijfeld speelt daarbij het feit, dat de dominee tot twee keer toe de aanwezigen toespreekt, een grote rol. Maar er is meer. Ook de vorm van de aula, groot, hoog, met een podium als een altaar, de lange duur van de ceremonie, de muziek die ten gehore gebracht wordt, dat alles maakt het tot een plechtigheid van een ander kaliber dan de, vaak ingetogen, kleinschalige uitvaarten eerder vandaag.

Gedurende de hele `dienst` geven Anneke en Blink een ware demonstratie van voortreffelijk samenspel. De proporties van de aula, haast als van een kerk, maken dat ze ver van elkaar verwijderd zijn. Blink staat schuin naast het podium met het spreekgestoelte en de katafalk, waaromheen Anneke zorgzaam de talloze kransen en bloemstukken geschikt heeft. Zij zit, minstens 25 meter daarvandaan, helemaal achterin, met rechts in de wand het knoppenpaneel en links van haar uw verslaggever. Spreekcontact is dus uitgesloten. Bewonderenswaardig hoe de ceremoniemeester en de aulamedewerker dankzij oogcontact voortdurend met elkaar in verbinding staan. Het kleinste gebaar is al voldoende om de voortgang van zaken vlot en soepel te doen verlopen. Teamwork.

Eerder verschenen in Doodgewoon # 25, zomer 2000.
Copyright Doodgewoon/Peter Baeyens